Emissiemetingen - meetrichtlijnen
Context
Emissiemetingen onder praktijkomstandigheden vormen in principe de basis voor het begroten van emissiekengetallen, zoals emissiefactoren van stalsystemen, verwijderingsrendementen van luchtbehandelingssystemen en emissiereductiepercentages van overige emissiereducerende technieken en maatregelen.
Het uitvoeren van de emissiemetingen gebeurt op basis van een meetplan (gekoppeld aan een gegeven systeembeschrijving), dat bij voorkeur op voorhand wordt beoordeeld. De procedure wordt hieronder verder toegelicht.
Aanvraag via voorafgaandelijke beoordeling van het meetplan
Algemene procedure
Het wordt sterk aanbevolen om, vooraleer meetlocaties definitief vast te leggen en metingen op te starten, de meetplannen steeds te laten beoordelen door het WeComV.
Een aanvrager kan een meetplan laten beoordelen door het WeComV door het meetplan samen met de systeembeschrijving in te dienen bij de VLM.
Nadere instructies hiervoor zijn te vinden op de VLM-website: Emissiereducerende maatregelen voor de veeteelt > Aanvraagprocedure .
WeComV maakt een eerste screening van het meetplan en bezorgt deze aan de indiener. Hierna heeft de indiener de mogelijkheid om een hoorsessie aan te vragen waarbij de bevindingen worden toegelicht en waarbij door de indiener verduidelijkingen kunnen worden gevraagd.
De aanvrager kan via VLM een aangepast meetplan indienen, welke finaal wordt beoordeeld door WeComV.
Het beoordelingsverslag is het resultaat van de finale beoordeling van het meetplan door WeComV, en omvat een omschrijving van kritische en eventueel overige aandachtspunten. Indien in het beoordelingsverslag geen kritische punten worden opgemerkt, wordt in het verslag vermeld dat het meetplan is opgesteld conform de huidige meetrichtlijnen.
De verdere behandeling van een dossier, indien uitgevoerd volgens een beoordeeld meetplan, richt zich op de beoordeling van de meetresultaten met inachtname van de (kritische) aandachtspunten die tijdens het beoordelen werden geformuleerd. Indien geen meetplan ingediend werd, maakt de beoordeling van conformiteit met de huidige meetrichtlijnen ook onderdeel uit van de evaluatie van het dossier (zie verder).
Na opmaak van het beoordelingsverslag van het meetplan door het WeComV dienen de metingen binnen het jaar te worden aangevat.
Aanvraag tot conformiteit van het meetplan met de meetrichtlijnen
Emissiemetingen dienen in principe te gebeuren conform de geldende meetrichtlijnen, die als leidraad dienen voor het opmaken van de in te dienen meetplannen en meetrapporten.
Momenteel wordt in een Vlaams-Nederlands samenwerkingsverband gewerkt aan verschillende richtlijnen voor het meten van luchtemissies bij stalsystemen, inclusief het emissiereducerend potentieel van technieken en maatregelen. Deze meetrichtlijnen worden uitgewerkt op basis van de huidig beschikbare wetenschappelijke en technologische kennis. Verschillende dossiers zijn in dit kader in behandeling bij WeComV:
- Opmaak van meetrichtlijnen voor luchtbehandelingstechnieken (Dossier 2023.14)
- Opmaak van meetrichtlijnen voor reducerende technieken (excl. luchtbehandelingstechnieken) in veestallen (Dossier 2023.ST.D)
Van zodra goedgekeurd, worden de Vlaamse meetrichtlijnen gepubliceerd en verder geactualiseerd door WeComV. De meest recente versie zal steeds op deze website terug te vinden zijn.
In afwachting van goedgekeurde Vlaamse meetprotocollen kan een aanvrager zich in zijn meetplan baseren op onderstaande protocollen en meetrichtlijnen:
Voor huisvestings- en managementsystemen:
Voor luchtbehandelingstechnieken
Aanvraag met meetplan afwijkend van de meetrichtlijnen
Deze aanvraagpiste voorziet in een uitzonderingsoptie, enkel voorbehouden voor gevallen waarbij de aanvrager er na rijp beraad van overtuigd is dat er voor zijn dossier geen redelijke mogelijkheid is om meetplannen op te maken conform de geldende meetrichtlijnen. De aanvrager kan dan in fase 1 een gemotiveerde afwijking indienen en zorgt daarbij voor:
- een omstandige motivatie voor afwijking van de geldende meetrichtlijnen en dit gebaseerd op aantoonbare wetenschappelijke en/of technische aspecten;
- een onderbouwd voorstel tot alternatieve aanpak waarbij omstandig wordt aangetoond hoe en in welke mate deze aanpak als evenwaardig kan beschouwd worden ten aanzien van een aanpak conform de geldende meetprotocollen.
Binnen deze uitzonderingsoptie, beoordeelt WeComV in eerste instantie of de aangedragen redenen voor afwijking voldoende onderbouwd zijn op basis van wetenschappelijke en/of technische criteria. Indien van toepassing evalueert WeComV ook het voorstel tot alternatieve aanpak op basis van ‘expert judgement’.
Bij uitvoering van metingen volgens een afwijkend meetplan moet de aanvrager er zich van bewust zijn dat de keuze voor deze alternatieve piste doorgaans voor extra onzekerheid op de meetresultaten zorgt en dat WeComV deze extra onzekerheid mee in rekening zal brengen bij het begroten van de emissiekengetallen (in fase 2: aanvraag voor opname).
Gefaseerde indiening van meetplannen voor verschillende locaties
Binnen deze aanvraagpiste is het mogelijk om de meetplannen voor verschillende locaties gespreid in te dienen, waarbij in eerste instantie bv. slechts 1 stal zal worden bemeten en het ingediende meetplan dus enkel deze stal en de systeemomschrijving omvat. Na beoordeling van het meetplan kunnen de metingen starten. Voor de daaropvolgende locaties dient eveneens een meetplan te worden ingediend onder de op dat moment geldende voorwaarden. Het advies met betrekking tot de emissiekengetallen van het betreffende systeem kan pas volgen nadat alle meetrapporten beoordeeld zijn door WeComV.
Aanvraag zonder voorafgaand beoordeeld meetplan (‘gelijkgestelde metingen’ inclusief ‘fastlane’)
De aanvrager kan ervoor kiezen om vooraf geen meetplan ter beoordeling van het WeComV in te dienen. In dit geval wordt de piste van ‘Aanvraag via gelijkgestelde metingen’ gevolgd.
Nadere instructies hiervoor zijn te vinden op de VLM-website: Emissiereducerende maatregelen voor de veeteelt > Aanvraagprocedure .
In dit geval maakt de beoordeling van de gevolgde meetrichtlijn ook onderdeel uit van de evaluatie van het dossier.
Aanvullingen bij praktijkmetingen op stalniveau - aandachtspunten bij het aanleveren van informatie
Ter aanvulling van praktijkmetingen op stalniveau zoals hierboven omschreven, kunnen ook labotesten of proeven op beperkte schaal gebruikt worden om een indicatie te geven van het reductiepotentieel en werkingsmechanisme van een bepaalde techniek. Alleenstaand kunnen ze echter niet leiden tot de vaststelling van emissiekengetallen (emissiefactoren, verwijderingspercentages of emissiereducties) en zullen bijgevolg ook niet door het WeComV worden geëvalueerd hiervoor.
Wetenschappelijke literatuur met hierin resultaten van emissiemetingen uitgevoerd in praktijkomstandigheden of rapporten en wetenschappelijke literatuur met proeven uitgevoerd onder experimentele omstandigheden die enigszins of in belangrijke mate afwijken van praktijkomstandigheden kunnen gebruikt worden.
In elk van bovenstaande gevallen is het aan de indiener om:
- aan te geven hoe en in hoeverre deze metingen zich kunnen vertalen naar hun systeem;
- aan te tonen in hoeverre de aangeleverde informatie voldoende kwaliteitsvol en equivalent is met emissiemetingen uitgevoerd volgens de geldende meetrichtlijnen;
- de mate van relevantie of equivalentie van de experimentele omstandigheden aan te tonen voor het vaststellen van een emissiekengetallen onder praktijkomstandigheden.
Voor meetrapporten die niet als conform worden beoordeeld met de geldende meetrichtlijnen, zal WeComV (deels) beroep moeten doen op ’expert judgement’ bij de beoordeling van de toegeleverde informatie. De indiener moet er zich van bewust zijn dat de keuze voor deze piste potentieel voor extra onzekerheid zorgt en dat WeComV deze extra onzekerheid mee in rekening zal brengen bij het begroten van de emissiekengetallen.