Emissiemetingen - meetrichtlijnen

Context

Emissiemetingen onder praktijkomstandigheden vormen in principe de basis voor het begroten van emissiekengetallen, zoals emissiefactoren van stalsystemen, verwijderingsrendementen van luchtbehandelingssystemen en emissiereductiepercentages van overige emissiereducerende technieken en maatregelen.

Het uitvoeren van de emissiemetingen gebeurt op basis van een meetplan (gekoppeld aan een gegeven systeembeschrijving), dat bij voorkeur op voorhand wordt goedgekeurd. De procedure wordt hieronder verder toegelicht.

Aanvraag via voorafgaandelijke goedkeuring meetplan

Algemene procedure

Het wordt sterk aanbevolen om, vooraleer meetlocaties definitief vast te leggen en metingen op te starten, de meetplannen steeds te laten evalueren door WeComV. De behandeling van een dossier, indien uitgevoerd volgens een goedgekeurd meetplan, richt zich dan op de beoordeling van de meetresultaten. Indien er geen meetplan ingediend wordt, maakt de beoordeling van de gevolgde meetrichtlijn ook onderdeel uit van de evaluatie van het dossier (zie verder).

Een aanvrager kan een meetplan laten evalueren door WeComV door het meetplan samen met de systeembeschrijving in te dienen bij de VLM. Nadere instructies hiervoor zijn te vinden op de VLM-website: Emissiereducerende maatregelen voor de veeteelt | Vlaamse Landmaatschappij (onder ‘Aanvraag via goedgekeurd meetplan en aanvraag voor opname’ - Fase 1).

Bij goedkeuring van het meetplan door het WeComV dienen de metingen binnen het jaar te worden aangevat.

Aanvraag conform de meetrichtlijnen

Emissiemetingen dienen in principe te gebeuren conform de geldende meetrichtlijnen, die als leidraad dienen voor het opmaken van de in te dienen meetplannen en meetrapporten.

Momenteel wordt in een Vlaams-Nederlands samenwerkingsverband gewerkt aan verschillende richtlijnen voor het meten van luchtemissies bij stalsystemen, inclusief het emissiereducerend potentieel van technieken en maatregelen. Deze meetrichtlijnen worden uitgewerkt op basis van de huidig beschikbare wetenschappelijke en technologische kennis en verschillende dossiers zijn in dit kader in behandeling bij WeComV:

  • Opmaak van meetrichtlijnen voor luchtbehandelingstechnieken (Dossier 2023.14)
  • Opmaak van meetrichtlijnen voor reducerende technieken (excl. luchtbehandelingstechnieken) in veestallen (Dossier 2023.ST.D)

Van zodra goedgekeurd, worden de Vlaamse meetrichtlijnen gepubliceerd en verder geactualiseerd door WeComV. De meest recente versie zal steeds op deze website terug te vinden zijn.

In afwachting van goedgekeurde Vlaamse meetprotocollen kan een aanvrager zich in zijn meetplan baseren op onderstaande protocollen en meetrichtlijnen:

Voor huisvestings- en managementsystemen:

Voor luchtbehandelingstechnieken

Meetplan met afwijking van algemene meetrichtlijnen

Deze aanvraagpiste voorziet ook in een uitzonderingsoptie, enkel voorbehouden voor gevallen waarbij de aanvrager er na rijp beraad van overtuigd is dat er voor zijn dossier geen redelijke mogelijkheid is om meetplannen op te maken conform de geldende meetrichtlijnen. De aanvrager kan dan in fase 1 een gemotiveerde afwijking indienen en zorgt daarbij voor:

  • een omstandige motivatie voor afwijking van de geldende meetrichtlijnen en dit gebaseerd op aantoonbare wetenschappelijke en/of technische aspecten;
  • een onderbouwd voorstel tot alternatieve aanpak waarbij omstandig wordt aangetoond hoe en in welke mate deze aanpak als evenwaardig kan beschouwd worden ten aanzien van een aanpak conform de geldende meetprotocollen.

Binnen deze uitzonderingsoptie, beoordeelt WeComV in eerste instantie of de aangedragen redenen voor afwijking voldoende onderbouwd zijn op basis van wetenschappelijke en/of technische criteria. Desgevallend evalueert WeComV ook het voorstel tot alternatieve aanpak (mede op basis van ‘expert judgement’). In geval van goedkeuring, moet de aanvrager er zich van bewust zijn dat de keuze voor deze alternatieve piste voor extra onzekerheid op de meetresultaten zorgt en dat WeComV deze extra onzekerheid mee in rekening zal brengen bij het begroten van de emissiekengetallen (in fase 2).

Gefaseerde indiening van meetplannen voor verschillende locaties

Binnen deze aanvraagpiste is het mogelijk om de meetplannen voor verschillende locaties gespreid in te dienen, waarbij in eerste instantie bv. slechts 1 stal zal worden bemeten en het ingediende meetplan dus enkel de systeembeschrijving van deze stal omvat. Bij goedkeuring van het meetplan kunnen de metingen starten op de betreffende locatie. Voor de daaropvolgende locaties dient eveneens telkens een meetplan te worden ingediend onder de op dat moment geldende voorwaarden. Het advies met betrekking tot de emissiekengetallen van het betreffende systeem kan pas volgen nadat alle nodige meetplannen en meetrapporten ontvangen en beoordeeld zijn door WeComV.

Aanvraag zonder voorafgaand goedgekeurd meetplan (‘gelijkgestelde metingen’)

De aanvrager kan ervoor kiezen om vooraf geen meetplan in te dienen. In dit geval, dat een afwijking vormt van de ‘aanvraagprocedure op basis van een goedgekeurd meetplan en aanvraag voor opname’, wordt automatisch de piste van ‘Aanvraag voor gelijkgestelde metingen’ gevolgd (zie VLM website Emissiereducerende maatregelen voor de veeteelt | Vlaamse Landmaatschappij onder ‘Aanvraag via gelijkgestelde metingen’).

In dit geval maakt de beoordeling van de gevolgde meetrichtlijn ook onderdeel uit van de evaluatie van het dossier.

Aanvullingen bij praktijkmetingen op stalniveau - aandachtspunten bij het aanleveren van informatie

Ter aanvulling van praktijkmetingen op stalniveau (met systeembeschrijving en volgens meetplan) kunnen ook labotesten of proeven op beperkte schaal gebruikt worden om een indicatie te geven van het reductiepotentieel en werkingsmechanisme van een bepaalde techniek. Alleenstaand kunnen ze echter niet leiden tot de vaststelling van emissiekengetallen (emissiefactoren, verwijderingspercentages of emissiereducties) en zullen bijgevolg ook niet door het WeComV worden geëvalueerd hiervoor. 

Wetenschappelijke literatuur met hierin resultaten van emissiemetingen uitgevoerd in praktijkomstandigheden of rapporten en wetenschappelijke literatuur met proeven uitgevoerd onder experimentele omstandigheden die enigszins of in belangrijke mate afwijken van praktijkomstandigheden kunnen gebruikt worden.

In elk van bovenstaande gevallen is het aan de indiener om:

  • aan te geven hoe en in hoeverre deze metingen zich kunnen vertalen naar hun systeem;
  • aan te tonen in hoeverre de aangeleverde informatie voldoende kwaliteitsvol en equivalent is met emissiemetingen uitgevoerd volgens de geldende meetrichtlijnen;
  • de mate van relevantie of equivalentie van de experimentele omstandigheden aan te tonen voor het vaststellen van een emissiekengetallen onder praktijkomstandigheden.

Behoudens voor meetrapporten die als conform worden beoordeeld met de geldende meetrichtlijnen, zal WeComV (deels) beroep moeten doen op ’expert judgement’ bij de beoordeling van de toegeleverde informatie. De indiener moet er zich van bewust zijn dat de keuze voor deze piste potentieel voor extra onzekerheid zorgt en dat WeComV deze extra onzekerheid desgevallend mee in rekening zal brengen bij het begroten van de emissiekengetallen.